Grace Ruth Schneiders – Howard (1869 – 1968)
In 1936 kregen vrouwen in Suriname het passief kiesrecht. In 1938 werd Mevr. Grace. R. Schneiders – Howard als eerste vrouwelijke volksvertegenwoordiger gekozen tot lid van de Staten van Suriname na een voordracht van de in 1937 door marktvrouwen opgerichte kiesvereniging de Sociaal – Democratische Vrouwenbond onder leiding van Elisabeth ‘Sasa’ Temmes.
Elisabeth Johanna ‘Sasa’ Temmes (1880 – na 1959)
Omdat Elisabeth een marktvrouw was, werd zij in kranten niet vaak bij naam genoemd en bleven er weinig bronnen over haar bewaard.
‘Sasa’ Temmes is de geschiedenis ingegaan als een onbetwiste strijder voor vrouwen en vakbondsrechten hoewel zij in de geschiedschrijving vanuit een koloniale en mannenoptiek niet is terug te vinden. Zij was de eerste voorzitter van de in 1937 opgerichte Surinaamse Sociaal Democratische Vrouwenbond (SSDV)
Marie Le Fèvre (1896 – 1970)
Dat onderwijzeres Le Fèvre een positie ambieerde in de volksvertegenwoordiging getuigt van dapperheid. Immers, vrouwen waren in die tijd in Suriname in de politiek volstrekt onzichtbaar.
Marie Le Fèvre was een bekwame en geliefde leerkracht op de Hendrikschool in Paramaribo. Zij is de eerste vrouw die in de koloniale tijd (1932) is voorgedragen verkozen te worden in de Koloniale Staten in een tijd waarin politieke functies het alleenrecht waren van de mannelijke sekse. Dit voorrecht werd nu met de voordracht van Le Fèvre voor vrouwen opgeëist.
Nancy Sophia Cornelie (Corrie) Tendeloo (1897 – 1956)
“De vrouwen van Hindostan en Pakistan hebben het kiesrecht, de Chinese en Japanse vrouwen hebben het kiesrecht in haar land en waarom zou dit dan niet kunnen bij ons in de West? Ik wens voor deze vrouwen een recht precies zoals wij in Nederland en West-Europa en in alle landen met een zeker beschavingspeil, tot aan Zuid Amerika en het Verre Oosten toe aan de vrouwen het recht geven haar stem uit te brengen en dit niet geven als een gunst”.
De grootste overwinning in de ontwikkeling van het vrouwenkiesrecht in Suriname – het algemeen kiesrecht voor vrouwen en mannen welke in 1948 bij Landsverordening (G.B. 1948 no.1610) werd ingevoerd – is vooral te danken aan de strijd die in de Tweede Kamer in Nederland is gevoerd door Nancy Sophia Cornelie (Corrie) Tendeloo. Zij verdient als strijder voor het vrouwenkiesrecht in Suriname een prominente plaats in onze vrouwengeschiedenis.
Julius Caesar de Miranda (1906 – 1956)
“In a judgment of February 1933, the Court of Justice reacted negatively to the question of whether women in Suriname were entitled to voting rights. The Court considered that, although in the Government Regulations of 1865 it was not stated as such that women had no voting rights when Government Regulations were drawn up in the Netherlands, no voting rights were granted to women. And if it was the intention of the Dutch legislator to allow Surinamese such an important deviation from the rule, this should have been expressed clearly and unambiguously in the Regulation.”
Julius de Miranda zag in Le Fèvre een geschikte vrouwelijke kandidaat voor de Koloniale Staten. Zijn voordracht voor haar deelname aan de tussentijdse verkiezingen van 1932 werd evenwel, ook in hoger beroep, op 10 februari 1933 afgewezen ondanks zijn beroep op het Concordantie beginsel.
Jeane Sophie Everdine Redmond (1907 – 1955)
“Net soleki fa oemasma kisi na leti foe go poti sten, na so oemasma toe abi pasi foe go na sé a tafra na mindri foe den bigiman. Ala ‘natie’ abi na srefi leti.”
Bij een tussentijdse verkiezing in 1950 stelde zij zich, na een aan haar gericht verzoek, als onafhankelijk kandidaat verkiesbaar voor de Staten. Redmond werd slachtoffer van een politiek steekspel, waarbij zelfs schuine rijmpjes tegen de populaire ‘dokteres’ ingezet werden. Deze lastercampagne bezorgde haar helaas voorgoed een afkeer van alles wat politiek was.
Isabella Richaards
Isabella Alyda Johanna Richaards heeft in het onderwijs gewerkt en was hoofd van de afdeling Jeugdzorg van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken en bij de Stichting Crèches. Zij was bestuurslid van de Nationale Partij Suriname.
In 1963 trad zij (door opschuiving) als eerste vrouw toe tot de Staten en na Grace Schneiders-Howard de tweede vrouw die in het parlement kwam en de eerste sinds de invoering van het algemeen kiesrecht. Ze werd in 1967 rechtstreeks herkozen waarna ze tot de vervroegde verkiezingen in 1969 Statenlid bleef.
Iendradevie Marijke Djwalapersad
“Politiek is zuiver.”
“Ik kom uit een gezin met een vader als pandit / voorganger en een moeder die winkelierster is. Mijn grootvader van moederszijde is parlementariër geweest. Ik denk dat mijn interesse voor de politiek daar is begonnen.”
In 1990 deed zij haar intrede in de politiek. In 1991 werd zij als eerst Hindoestaans vrouwelijk lid op basis van voorkeursstemmen gekozen tot lid van De Nationale Assemblee. In 1995 werd zij benoemd tot tweede voorzitter DNA. In 1996 trad zij weer toe tot DNA en fungeerde tot 2000 als de jongste en eerste vrouwelijke parlementsvoorzitter.